Podcast: Kleppen Dicht!

Onderwijs

Vorige week publiceerde Don Zuiderman zijn 15e podcast en ik mocht zijn gast zijn. Ontzettend leuk om te doen! We hadden een leuk gesprek over Kleppen Dicht! en de meerwaarde van ICT in het onderwijs in een van de lokalen op de Hogeschool Utrecht. Don geeft hier les: Onderwijs en ICT aan Pabo studenten.

Heb je de podcast nog niet gehoord? Luister hem hier.

Engelse les…

Onderwijs

Sinds vorig jaar werk ik als zelfstandige en heb ik het geven van lessen Engels aan middelbare scholieren achter me gelaten. Ondanks dat ik mijn werk fantastisch vind, mis ik het lesgeven soms best wel. Vandaar dat ik “ja” zei op de vraag van Avans om weer een module Engels te verzorgen voor eerstejaars studenten van de deeltijd opleiding commerciële economie en small business. In 2007 deed ik dit al eens en dat beviel me toen goed.

Vandaag geef ik mijn laatste college voordat het tentamen wordt afgenomen. Ik kan concluderen dat er veel is veranderd: de deelnemers zijn een stuk jonger dan in 2007. Studenten van 21 zitten in de deeltijdbanken. Dat zorgt voor een andere dynamiek. Overigens wel een dynamiek waar ik van houd. Soms voelde ik me net de middelbare schooljuf die even orde moest houden en dat is op zich best gek op een deeltijdopleiding. Je verwacht mensen die heel bewust voor de opleiding kiezen en alle studie-activiteiten naast hun drukke baan moeten doen. Maar dat maakt het lesgeven niet minder leuk: ik mag me weer verdiepen in het Engels en in de moderne vreemde talen didactiek.

Voor mij was dit ook een kans om datgene dat ik tegenwoordig in mijn trainingen naar voren laat komen zelf te gebruiken. Dus ik heb Padlet gebruikt bij mijn Denken-Delen-Uitwisselen, ik heb Peer instruction uitgeprobeerd en me vooral gericht op het activeren van studenten. Feedback ophalen en formatief toetsen deed ik met Kahoot! Ik vind Kahoot! zelf behoorlijk irritant (sorry, meer een Socrative type), maar mijn studenten vonden het te gek: “Ik wil laten zien dat ik het nu veel beter snap: kunnen we dat spel nog eens doen? Ik ga namelijk winnen!”. Door te monitoren welke onderdelen al erg goed gingen en welke minder heb ik keuzes gemaakt in mijn aanbod.

Het verschil met mijn activiteiten hier in 2007 is dat ik toen een zeer onervaren docent Engels was en met een heel ander soort publiek in aanraking kwam. Dit keer voelde ik mij veel zekerder, aangezien ik naast de nodige ervaring (in de bovenbouw) inmiddels ook een universitaire studie Engelse Taal en Cultuur heb afgerond. Door zelf heel bewust te werken met activerende werkvormen in combinatie met eenvoudige online toepassingen werd ik wel echt uitgedaagd om te gaan voor Practice what you preach! Al met al vond ik het weer super leuk en net zo spannend om te doen. En nu weer in spanning afwachten of zij het tentamen goed gaan maken…

Let’s go back to the drawing board! #BlimageNL

Onderwijs, Onderwijs en leiderschap, Onderwijs management

Via Twitter werd ik door Frans Droog uitgedaagd om een blog te schrijven over onderwijs aan de hand van een van de vier door hem gekozen afbeeldingen en dit te delen met de hashtag #blimageNL  . Normaal ben ik niet zo van de challenges, maar in dit geval besloot ik hem toch aan te nemen. Ten eerste is het veel te lang geleden dat ik een blog plaatste. Ooit had ik een mooi blogschema voor mezelf, maar wanneer je dat even loslaat… Daarnaast vind ik het #blimage initiatief erg leuk: schrijven aan de hand van beelden maakt je boodschap nog krachtiger en het geeft een focus aan. Vervolgens werd ik direct nogmaals uitgedaagd door Ankie Cuijpers. Dat werd me toch wat veel van het goede, zo in die vakantieperiode, maar mischien dat ik de suggestie van Frans ter harte neem: een Nederlandse blog onder #blimageNL en een Engelse onder #blimage. Let’s see…

foto-autoschool1

Deze foto kies ik. Een foto van een kaal, hoekig, groot gebouw dat duidelijk een school is met ervoor een geparkeerde eenzame auto. Dit beeld roept direct verschillende gedachtes en gevoelens bij me op. Te beginnen met de gevoelens en wel die van aversie. Veel schoolgebouwen zien eruit als dit gebouw: weinig inspirerend. Ik kan me voorstellen dat je met nogal wat reserves en onzekerheden een dergelijk gebouw inwandelt als je 12 bent en naar de “grote school” gaat. Hier moet je het dan gaan doen, vier, vijf of zelfs zes jaar lang. Hier ga je het grootste gedeelte van je puberteit doorbrengen. Hier ga je ontpoppen van kind tot jong volwassene. Dat is nogal wat. Bij deze ontwikkelingen hoort toch eigenlijk een veel inspirerender gebouw? Functionaliteit is toch zeker niet het enige dat telt?

Aan de binnenkant van schoolgebouwen wordt tegenwoordig vaak meer aandacht besteed. Zo hebben veel scholen naast functioneel meubilair ook nog wel wat “gezellige hoekjes”, is er steeds meer aandacht voor werkplekken waar overleg kan plaatsvinden en is kleur ook geen vies woord meer. Toch mis ik vaak de warmte, de originaliteit en de humor. Zomaar drie aspecten die volgens mij horen bij een ambitieuze omgeving waar tieners zich moeten kunnen ontwikkelen, waar zij hun eerste liefdesgeluk en -verdriet beleven en hun eerste stappen richting volwassenheid zetten.

Er gaat veel geld gemoeid met nieuwe gebouwen. Mensen binnen scholen (vaak conrectoren) hebben soms meer dan een dagtaak aan het “begeleiden” van de bouw, de architect levert meerdere tekeningen aan en er wordt vooral gekeken naar functionaliteiten van de toekomst. Al dat geld dat niet in het onderwijs zelf gaat moet natuurlijk wel een gebouw opleveren dat nog minstens 25 jaar als niet achterhaald gezien wordt. Wat overigens direct impliceert dat men denkt te weten hoe ons onderwijs er over 25 jaar uit ziet. Dat is overigens niet zo gek, aangezien het onderwijs zoals het nu nog op veel scholen is al meegaat sinds de industriële revolutie.

Naast aversie voel ik ook heimwee. Sinds vorig jaar werk ik niet meer op “mijn schooltje”. Ook een gebouw met afschuwelijke platen aan de buitenkant, hoekig en niet als “mooi” te bestempelen. In ruil daarvoor mag ik nu op heel veel scholen binnenkijken, maar dat neemt niet weg dat ik “mijn gebouw” zo nu en dan wel mis. Overigens mis ik dan vooral de leerlingen die in dat gebouw lopen en soms ook mijn collega’s die in dat gebouw werken. Iedereen heeft zijn eigen plekjes, eigen routines en eigen favorieten. Zo ook ik. Ik hield van de lichtinval van mijn kamer, van de lokalen “aan de overkant” en van de aula, waar het licht langs alle kanten binnenviel. Een schoolgebouw kan aanvoelen als een tweede huis. Als je de luxe van een “eigen lokaal” kent, dan richt je dat in alsof het je eigen huiskamer is en dat voelt fijn, vertrouwd. Als je bedenkt wat er in de school gebeurt, het geluk dat er gevierd wordt, het verdriet dat er gedeeld wordt en het teamwork dat er plaatsvindt, dan is een schoolgebouw het fijnste gebouw dat er bestaat, zeker om te werken. Of het er nu inspirerend, mooi of saai en lelijk uitziet, dat maakt niet zo uit. Toch?

Ik merk dat ik het belangrijk vind dat een schoolgebouw voldoet aan de eisen om goed te kunnen leren en daarnaast ruimte biedt aan de ideeën van de mensen die er werken en leren. Goede faciliteiten als een snel en degelijk wifi netwerk moeten prevaleren op de hoogste kwaliteit plafondplaten, volgens mij en de visie van de school op onderwijs hoort de (in)richting van het gebouw aan te geven. Leren is een sociale activiteit, dus ontmoetingen en contacttijd moeten er altijd zijn. Of dat in de vorm van een traditioneel schoolgebouw moet zijn is natuurlijk nog maar de vraag. Misschien kunnen we al dat geld wel veel beter of anders besteden zodat meer geld ten goede komt aan het primaire proces, aan daadwerkelijk onderwijs, aan project-gebaseerde onderwijsopdrachten. Dat zou van ons eisen dat we anders gaan denken over onderwijsruimtes. Zou je een school niet kunnen integreren in een buurtcentrum, waar ook allerlei sportverenigingen gehuisvest zijn, waar bejaarden komen om bingo te spelen, waar jonge moeders met hun baby naar het consultatiebureau gaan, waar jonge, creatieve ondernemers hun eerste onderneming opzetten, waar (ed)tech-developers de nieuwste technieken ontwerpen en testen en waar mensen komen om te revalideren? Oh ja, en waar medewerkers van al die activiteiten hun kinderen naar de opvang brengen? Om maar een paar suggesties te noemen. Naast dat het combineren van functies meer mogelijkheden biedt om zaken te financieren zorgt het ook direct voor een meer contextrijke omgeving. We leiden leerlingen op voor beroepen die nog niet bestaan of die nog maar net zichtbaar worden, dus laten we ons vooral richten op een zo breed mogelijke oriëntatie, op het de leerling in contact brengen met allerlei groepen in de samenleving en op het ontvonken van aanwezig maar wellicht nog onontdekte talenten en affiniteiten.

Dit is een deel van de gedachten die de foto van Frans bij mij oproept. Dat is vast niet wat het bij iedereen oproept en dat is precies waarom ik dit een leuk initiatief vind: een beeld zegt meer dan duizend woorden (te veel woorden, ook hier, sorry daarvoor, want ik wilde eigenlijk onder de 500 blijven ;-)) en iedereen zal andere woorden kiezen bij dezelfde afbeelding. Verschil moet er zijn.

Ik #blimageNL uitdaging gaat naar Maaike Zijm. Niet alleen omdat zij een bevlogen onderwijsmens is, maar ook omdat ze zelf erg mooie plaatjes maakt, waar andere genomineerden dan weer veel plezier aan kunnen beleven. Maaike, welke van de onderstaande foto’s spreekt jou het meest aan om er een onderwijsblog over te schrijven? Ik ben benieuwd!

IMG_3814 IMG_1401 copyIMG_0994

EdcampNL 2015: Glamping voor onderwijsliefhebbers

Onderwijs

Afgelopen zaterdag was het weer feest: EdCampNL streek neer in Zoetermeer. Daar wilde ik bij zijn, dus zo geschiedde. Bij binnenkomst werd het me direct duidelijk dat dit weer een fijn evenement zou worden en dat ik moe, maar absoluut voldaan huiswaarts zou keren.

EdCamp klinkt een beetje als wildkamperen. Nu ben ik niet zo’n “kampeermeisje”, dus dat klinkt mij niet direct aantrekkelijk in de oren. Ik zie het graag als Glamping, een fenomeen waar ik me dan veel meer bij kan voorstellen: Ja, de activiteiten en events zijn spontaan, maar…de koffie staat  klaar, de ontvangst is warm en de locatie is allesbehalve “back to basic”.

Mijn missie voor deze dag was naast iedereen weer eens uitgebreid te kunnen spreken, te zien waar “men” mee bezig is momenteel, te worden geïnspireerd door mijn onderwijscollega’s, toch ook wel om The Crowd en haar activiteiten in te brengen als gespreksonderwerp. Edcamp gaat namelijk om informeel leren en die dingen doen waar je als onderwijsprofessional zelf behoefte aan hebt. Oftewel, om het voeren van de regie over je eigen professionaliseringsactiviteiten waarbij zingeving en meesterschap centraal staan. Het is vast geen toeval dat mede-organisator van EdCampNL ook bestuurslid is van The Crowd, toch Frans? Ik vond mezelf in de juiste “tent”, had ik zo bedacht en dit bleek zeker waar.

Nadat ik zelf interessante sessies volgde over inbrengen, aanleren en toepassen van critical skills en over de functie van bloggen binnen je eigen professionalisering werd ik door een aantal enthousiastelingen in de gelegenheid gesteld om het gesprek over The Crowd te voeren in relatie tot de registerleraar. Ik was blij verrast door de diversiteit van mijn gesprekspartners: PO, VO, MBO, het was allemaal daar en de conclusie was dat er zeker behoefte is aan initiatieven als EdCampNL en The Crowd. Ik vraag me dat namelijk wel eens af: je hoort iedereen roepen dat ze zelf willen bepalen wat en hoe er geleerd wordt, maar als je dan kijkt naar de pro-activiteit binnen The Crowd, dan ben ik wel een teleurgesteld. Waar zijn dan al die vragen, activiteiten en pro-actieve acties? Een antwoord dat ik te horen kreeg is dat men soms niet goed durft: als ik een probleem inbreng, dan weet iedereen dat ik dat probleem heb. Zo had ik het dus echt nog nooit bekeken. Ik was er zelfs een beetje stil van. Wat stom dat ik daar nog nooit aan gedacht had! Natuurlijk! Veiligheid in de klas is voorwaarde nummer 1 om de dialoog met leerlingen te voeren, om leren tot stand te kunnen brengen. Waarom zou dat anders zijn bij een club betrokken docenten?

Ik ga hierover nadenken. Ik wil iedereen uitnodigen om daarover mee te denken… Hoe krijgen we de echte leervragen boven en hoe kan een vereniging als The Crowd daaraan bijdragen en het leren faciliteren? Wordt vervolgd…

Meer lezen over EdCampNL Editie 2? Klik hier, hier en hier.


Patricia

Een leven lang leren? Niets is leuker, toch?

Onderwijs

Als je in het onderwijs werkt dan moet je leren leuk vinden, toch? Je vak is gericht op leeropbrengsten van leerlingen en het is je core business om je studenten de liefde voor het leren, het ontdekken en het ontwikkelen bij te brengen. En als het even kan, ook de liefde voor je vak. Als schoolleider moet je die liefde niet alleen uitdragen naar je leerlingen, maar ook naar je team. Dit gebeurt niet altijd succesvol, maar daar kunnen we met elkaar wel naar streven. Dat zijn we onszelf en onze leerlingen verplicht. Zoveel mensen, zoveel wensen en zoveel ideeën en opvattingen.

Leren en laten leren hoort bij het onderwijs. Werk je met jonge mensen, dan werk je met nieuwe generaties, verschillende opvattingen en snel veranderende toekomstbeelden. Je leidt op voor beroepen die nog niet bestaan, geeft sturing aan vaardigheden die nieuw zijn voor jezelf en moet bewust zijn van nieuwe technologie die voor jouw leerling net zo gewoon is als de vaste huistelefoon ooit voor jou was.

Om dit goed te kunnen doen moet je jezelf blijven ontwikkelen en blijven scholen. Gelukkig is dat niet erg. Sterker nog, dat is vooral heel erg leuk! Zoals leerlingen steeds mondiger worden, inspraak eisen en voldoende keuzes willen hebben in hun leerproces geldt dat ook voor schoolteams. De tijd dat je een saaie, niet echt aan de praktijk relaterende, niet aan affiniteit appellerende studiedagen kon organiseren is (gelukkig) voorbij. De komst van initiatieven als Edcamp naar Nederland heeft veel docenten geïnspireerd om soortgelijke activiteiten te initiëren op hun eigen school. Schoolleiders zien steeds vaker dat het aanbieden van diverse workshops, waarbij het team kan kiezen welke ze gaan volgen, meer resultaat oplevert. Daarnaast wordt steeds vaker de expertise van de eigen mensen, al dan niet gecombineerd met trainers van buiten de organisatie, ingezet om gezamenlijk te leren en te ontwikkelen.

Allemaal goede ontwikkelingen die meer vorm en momentum moeten gaan krijgen binnen het gehele onderwijsveld. Kennis delen is een must. Hoe je een goede flow van leren, ontwikkelen en delen binnen een school opzet, hangt af van de heersende cultuur, de dynamiek van het schoolteam en de visie van de school. Het maken van een scholingsplan gekoppeld aan de visie met een bijbehorend tijdpad, (tussen)doelstellingen en reminders kan helpen om een duidelijk beeld te krijgen van de te nemen acties. Daarnaast kan een denktank/werkgroep binnen school inventariseren waar de leerbehoeften liggen. Dit hoeft niet veel tijd te kosten en het zou ook niet alleen vraaggestuurd vanuit docenten moeten komen. Het woord “schoolleiding” is niet een leeg begrip: durf leiding te geven aan de leervragen, leerbehoeften, schoolwensen en de geconcretiseerde visie!

Hoe gaat dat op jouw school? Voel je je gemotiveerd om te leren? Kun je je affiniteit kwijt? Is leiding geven aan je docententeam lastiger dan je verwacht had? Ik ben benieuwd naar de ideeën en insteken!

Hieronder vind je een aantal links naar enkele interessante trajecten/ideeën/organisaties (mijn favorieten):

Happy learning!

Patricia

Samen zorgen voor meer Kairos in het vooral met Chronos georganiseerde onderwijs.

Onderwijs

Een tijd geleden kwam ik geheel toevallig, op een avond in de Nieuwe Liefde in Amsterdam, in aanraking met de begrippen Kairos en Chronos. Joke Hermsen, een filosofe waar ik tot die dag nog nooit van gehoord had, nam een volle zaal mee op een reis door haar boek Kairos, Een nieuwe Bevlogenheid. Het gesprek dat op het podium gevoerd werd maakte indruk op me en ik nam me voor meer met Kairos te doen. Helaas kon ik nog niet loskomen van Chronos. Onlangs kwam ik op Twitter weer met de begrippen in aanraking en voelde direct weer de behoefte om mijn enthousiasme voor dit onderwerp uit te dragen. Zeker nu ik onbewust zelf meer heb geleerd over de verschillen tussen beide invullingen van het begrip “tijd”. Bij deze dan.

De Grieken hebben twee woorden voor tijd, met beiden een andere betekenis van die tijd. De eerste betekenis is de meest bekende: Chronos. Deze tijd is de te meten tijd. Een begrip waar we binnen het onderwijs veel mee in aanraking komen en vooral altijd te weinig van lijken te hebben. Denk aan de roosters, minutieus geplande 40,45,50,70 of 100-minuten geplande blokken, periodes, toetsweken, overleguren, etc. De tweede geniet duidelijk minder bekendheid en wordt Kairos genoemd. In de Griekse Mythologie is Kairos de jongste zoon van Zeus en de god van het geschikte moment. Deze tijd wordt niet gemeten in uren, secondes of jaren, maar in dimensies van betekenis en ervaring. Dat klinkt wellicht vager dan het is. Denk aan momenten waarop je je heel erg geïnspireerd voelde of projecten waarin je je zo hebt gestort dat je “de tijd vergat”. Dat zijn de momenten, de tijd, van Kairos.

Mensen in het onderwijs zouden eigenlijk juist bekend moeten zijn met deze verschillende tijden. Immers, elke dag is het aan de docent zijn leerlingen te inspireren, te raken en mee te nemen op een reis van ontwikkeling. Het is de kerntaak van een schoolleider om zijn team te inspireren een levenlang te blijven leren, groeien en ontwikkelen om hen zo te helpen de zware taak van het docentschap te blijven uitvoeren met de bezieling die het beroep vraagt.

Ik zeg niet dat we de roosters overboord moeten gooien of onze jaarplanners per week moeten gaan maken. Wel kan ik me voorstellen dat we meer aandacht aan de ervaringen, de inspiratie en het initiatief kunnen geven. Als secties hun plannen, doelstellingen en doorlopende leerlijnen invullen door te kijken naar gewenste uitkomsten in plaats van naar de door de uitgever van de methode geplande tijdlijnen, komt er meer ruimte voor gepersonaliseerde leerervaringen, niveaus, snelheid en interesse. Als schoolleiders dicht bij hun visie, de stip aan de horizon en de gewenste leerervaringen van het docententeam blijven, komt er meer ruimte voor projecten en activiteiten die echt iets opleveren. Als we met elkaar scherp blijven om de focus niet op de uren maar op de leeropbrengst te richten, dan hebben we misschien minder vaak het gevoel het altijd veel te druk te hebben.

Natuurlijk heb ik de wijsheid niet in pacht en ik pretendeer ook helemaal niet dé oplossing voor de tijdsdruk of de ervaren werkdruk te hebben. Maar het zou toch mooi zijn als we met behulp van Chronos en Kairos samen het onderwijs meer rust en betekenis zouden kunnen geven en dat we de nadruk vooral op de leerervaringen kunnen leggen, voor zowel de leerlingen als de docenten. Zelf ben ik iemand die resultaatgericht werkt, graag efficiënt met “mijn” uren omga en nogal makkelijk slaaf kan zijn van de onooglijke Chronos. Ik begrijp steeds meer van Kairos, maar doorzie deze jonge, aantrekkelijke god nog altijd niet. So, I guess the journey continues.

Voor meer informatie over de begrippen kan ik het boek van Joke hermsen aanraden. Mocht je meer van artikelen houden dan vind je hier een interessante over wat Kairos inhoudt. Kijk je liever naar een gesprek omtrent dit onderwerp, dan is dit interview een aanrader wat mij betreft.

Tot de volgende keer!

Patricia

Gastblog door Aldo de Pape, oprichter van TeachPitch: Learn More. Teach Better.

Onderwijs, Techniek en onderwijs

TeachPitch

Learn More. Teach Better.

@teachpitch

TeachPitch is een web-based platform dat leraren een zo goed mogelijk antwoord probeert te geven op al hun leervragen.

Ik heb zelf een tijd als leraar gewerkt en merkte vaak dat ik extra advies kon gebruiken. Docenten zijn vaak genoodzaakt op eilandjes te werken en komen er – door tijdsdruk en door elkaar lopende prioriteiten – vaak niet aan toe om steun te zoeken.

De oplossingen die er zijn, vragen veel tijd om echt te doorgronden en zijn niet altijd direct toegankelijk voor de leraar zelf. Ik zag dat er hierin echt nog een onnodig verschil bestond tussen bronnen die door de schoolleiding en door de individuele docent kunnen worden gebruikt. Een laatste punt dat mij opviel was dat er in het vele beschikbare materiaal een zogenaamd ‘markt’ onderscheid bestond. Professionalisering is anders dan lesmateriaal of ICT en vereist dan ook weer een andere zoektocht die een vaak overwerkte docent gevraagd wordt te ondergaan.

Met de TeachPitch technologie trachten we dit op te lossen. Wij concentreren ons op de leervraag van de docent en proberen die zo goed mogelijk te beantwoorden door alle eerder genoemde leerbronnen grondig door te spitten. Onze aandacht gaat echt uit naar in hoeverre het gevonden materiaal de leraar helpt. We zullen dus niet zelf content gaan ontwikkelen.

Ons platform biedt de leraar de mogelijkheid de gevonden inhoud verder te delen, op te slaan en in te plannen voor toekomstig gebruik. We richten ons er zoveel mogelijk op vanuit de docent te denken en stellen specifieke vragen (welk leerdoel heb je voor ogen, hoeveel tijd is er beschikbaar en welk format) alvorens de inhoud te presenteren. De leraar beslist of de inhoud voldoet en kan zijn/haar mening met een groeiende community van andere TeachPitch leraren delen.

Een laatste doel van ons platform is om leervragen van over de hele wereld inzichtelijk te maken. Om dit zo scherp mogelijk te doen werken we samen met onderzoekers van het Institute of Education in London.

Op dit moment hebben duizenden leraren uit meer dan 55 landen zich al bij de beta-versie van TeachPitch aangesloten. Het is mijn ambitie om docenten en scholen van over de hele wereld direct te kunnen helpen met hun leervragen.

Het team van Kultiv8 heeft ons erg geholpen met het verscherpen van onze doelstelling en het vinden van de juiste haakjes in het docent-denken. Op 5 oktober, Wereld Leraren Dag, hopen wij de eerste officiële versie van TeachPitch te lanceren.

Aldo de Pape

Overzicht houden: focus op de visie

Onderwijs, Onderwijs en leiderschap

Als je docenten vraagt waarom ze docent wilde worden zullen weinigen je antwoorden dat het voor de vakanties is. Veel jonge docenten die direct na hun eindexamen naar de lerarenopleidingen gaan, zijn geïnspireerd door hele goede of juist (in hun ogen) veel minder goede docenten. Docenten die op latere leeftijd besluiten om het onderwijs in te gaan zijn vaak op zoek naar een meer betekenisvolle baan, naar zingeving. Zelf behoor ik tot die laatste categorie. Na jarenlang in diverse sales-functies te hebben gewerkt wilde ik graag meer verdieping. Ik wilde dat ik in mijn werk echt iets kon betekenen voor anderen. Als docent heb je zeker die mogelijkheid. Maar met het kiezen voor een onderwijsbaan en een enigszins idealistische intentie ben je er niet.

Op het moment dat je die docent bent moet je je goed afvragen wat voor docent je wilt zijn. Wat is je visie op onderwijs, op leren, op je functie? Waar ga je je op richten? Wat worden jouw pijlers waar je altijd op terug kunt vallen en die je altijd zullen helpen en steunen als je even bent vergeten waarom je ook alweer het onderwijs in wilde?

Een visie helder hebben en er naar handelen is niet iets wat alleen thuis hoort bij schoolleiders en bestuurders. Het is niet een mooie zin in een schoolgids. Een visie is een leidraad, een concept dat je helpt altijd het bos te blijven zien. Maar hoe kom je bij een visie? Aan docenten die net weer het schooljaar zijn gestart en misschien nu al leerlingen hebben verwijderd, strafwerk hebben uitgedeeld, ‘s avonds uitgeblust op de bank zitten en bedolven worden onder bergen administratief werk zou ik willen zeggen: waarom wilde je dit eigenlijk ook alweer? Schrijf op wat je verwachtingen zijn: van je school, je leerlingen, maar vooral van jezelf. Bedenk dan eens wat voor docent je wilt zijn: vind je vooral je vak heel belangrijk of richt je je liever meer op het pedagogische aspect van de baan? Hoe ziet jouw ideale werkomgeving eruit en wat is de realiteit? Door op deze manier eerlijk te reflecteren en op te schrijven wat je heel belangrijk vindt zul je dichter bij jouw eigen visie komen. Belangrijk! Vervolgens zou je je gevonden visie elke dag moeten uitspreken en je bedenken of je doet wat je zegt en doet wat je wilt.

Als docent heb je vooral met leerlingen te maken. Je hebt het meeste invloed op het reilen en zeilen van de school door je vooral te richten op je kerntaak, op het primaire proces, op de leerling. Elke dag mensen proberen te inspireren, coachen, begeleiden, ondersteunen en op het rechte pad houden…dat is geen makkelijke opgave, maar wel de belangrijkste taak binnen een school. Je bent niet alleen! Als jij helder hebt wat jouw visie is dan kun je op zoek naar mensen die dezelfde idealen aanhouden. Samen ben je sterker, beter en invloedrijk. Samen kun je inspireren maar ook geïnspireerd worden. Investeer in je Persoonlijk Leer Netwerk (PLN) en zoek companen waarmee je niet alleen het onderwijs beter maakt, maar vooral je werkomgeving idealer maakt. Houd de focus op de visie!

Patricia

Overzicht houden: focus op wat je wilt bereiken.

Onderwijs

Van de week las ik een tweet van iemand die al in tijdnood kwam nog voor de eerste schoolweek was begonnen en zich zorgen maakte over hoe dat moest als ze weer aan de slag ging. Tijdnood. Een veelgehoorde klacht binnen het onderwijs en ook nog eens eentje die door mensen die niet in het onderwijs werken vaak niet begrepen wordt. “Jullie” hebben immers toch 12 weken vakantie en je geeft maar een les of 25 in de week…

Een fulltime docent moet net als iedere andere fulltimer zo’n 1659 klokuren per jaar maken. Doordat een docent meer vakantie heeft moet een docent gemiddeld dus meer uren per week maken. Dat vindt eigenlijk ook niemand een probleem. Zeker niet als je de vakanties ziet als lesvrije periodes en bepaalde werkzaamheden in deze tijd inpast. Het grote verschil in de tijdsdrukervaring zit hem volgens mij in de schoolbel, het lesrooster en het steeds uitbreidende takenpakket van een docent. Als docent kun je vaak niet je eigen tijd indelen en daarom heb je een strakke organisatie nodig om alles wat je moet en wilt doen, ook daadwerkelijk te doen.

Voordat je een systeem kiest moet je jezelf afvragen waar je behoefte aan hebt. Wil je graag altijd alles online bij de hand hebben? Wil je je vooral richten op je docentschap? Je mentortaken? Andere taken die je hebt binnen de organisatie? Nadat je je dit hebt afgevraagd, kun je opschrijven wat je zou helpen om die taken nog beter en efficiënter uit te voeren. Kies vervolgens een systeem dat je voor langere tijd gaat gebruiken. Kies je bijvoorbeeld voor Evernote om al je presentaties, notities, checklists, etc. in bij te houden, werk dan voor dit soort doeleinden niet ook nog met Trello en Google Drive. Houd het simpel en overzichtelijk. Duik in de applicatie door blogs te volgen, je op Facebook aan te sluiten bij groepen die dit tot hun key onderwerp hebben gemaakt en wordt expert.

In plaats van jezelf gek te maken met gedachten en uitingen dat je nergens tijd voor hebt,kun je beter gewoon aan de slag gaan. Door elke avond een to do-lijstje te maken en daarin je drie prioriteiten van de komende dag te benoemen blijf je gefocust en is de kans dat je daadwerkelijk zaken van je to do afstreept veel groter. Afstrepen geeft overigens een heerlijk, tevreden gevoel, dus zorg dat je begint met de kleine, makkelijk te volbrengen taken, want dat streept zo lekker weg!

Heb je in de vakantie bedacht dat je echt wat aan je professionalisering gaat doen? Maak dan nu concreet wat je wilt leren. Schrijf het op, visualiseer je doel en begin niet te groot. Stel dat je je Powerpoints dit jaar echt wilt vervangen door interactieve Nearpod presentaties, zorg dan dat je hiervoor elke week tijd inplant in je agenda. Door het in te plannen, maak je er een prioriteit van en is de kans groter dat je er echt wat aan doet. Begin niet te groot. Tijd kun je besteden aan het lezen over de applicatie, op YouTube bekijken wat anderen ermee doen, op Pinterest lesideeën verzamelen, een (online) cursus of training volgen of gewoon lekker zelf aan de slag gaan en al doende te leren hoe je ermee werkt.

Heb jij suggesties, goede tips of een perfect systeem om je werkzaamheden zo te organiseren dat je minder stress ervaart? Ik ben er erg benieuwd naar en hoor het graag!

Patricia

 

Gelukkig Nieuwjaar!

Onderwijs

Vrijwel alle scholen zijn begonnen of maken aanstalten om te beginnen. Gelukkig nieuwjaar! Schooljaar 2014-2015 meldt zich en er staat weer een hoop te doen in onderwijsland. Een nieuw jaar geeft weer nieuwe kansen, nieuwe mogelijkheden en nieuwe uitdagingen. Samen met je collega’s, zowel je collega’s op school als in den lande, ga je weer voor het beste onderwijs. Uiteindelijk is dat namelijk wat iedereen binnen de schoolorganisatie wil: het beste onderwijs voor je leerlingen, hun ouders, je collega’s en niet in de laatste plaats voor jezelf. En met dat laatste doel ik natuurlijk op je eigen professionalisering.

Een arts, een piloot, een advocaat, een hoefsmit, een verkoper… al deze vakmensen hebben met elkaar gemeen dat zij zichzelf op de hoogte moeten houden van de laatste ontwikkelingen op hun vakgebied om te kunnen blijven excelleren. Voor een docent of schoolleider is dat niet anders. Maar het bijhouden van vakkennis hoeft echt niet altijd via de formele weg. Je hoeft niet altijd een extra opleiding, cursus of training met certificaat te volgen om te leren. Ik geloof juist in de meerwaarde van het informele leren: samen praten over je vak in de docentenkamer of op Twitter, samen met collega’s of leerlingen nieuw lesmateriaal maken, samen of alleen nieuwe ICT toepassingen uitdiepen en er gebruik van maken in je les, blogs lezen en schrijven. Dit zijn allemaal voorbeelden van professionalisering. En het hoeft ook allemaal niet zoveel extra tijd te kosten: zorg dat datgene dat je doet, direct toepasbaar is in je dagelijkse (les)praktijk en je slaat twee vliegen in een klap.

Het toepassen van nieuwe media staat bij veel docenten hoog op het wensenlijstje. Niet alleen “omdat je er niet meer onderuit kunt”, maar vooral omdat het leuk en interessant is en het je kan helpen bij het efficiënter en interactiever maken van je lessen. Hoewel men het graag zou willen leren, toepassen en uitbreiden lopen veel docenten aan tegen het probleem van tijdgebrek en het gevoel van overweldiging. In de hectiek van alledag is het soms lastig een moment te vinden om echt eens even voor die nieuwe tool te gaan zitten. En als je dan een moment hebt gevonden, waar begin je dan? Er is zo ontzettend veel… Ook directies zitten met dit vraagstuk: welke ICT- toepassing past bij de school, waar gaan we in investeren, hoe lang blijft dit de beste oplossing? Wie gaat ons helpen? Hoe faciliteren we onze docenten? Uiteindelijk is het antwoord voor zowel docenten als management hetzelfde: begin met de visie. Als je helder hebt waar je (leer)vragen liggen en je weet waar je naartoe wilt, dan kun je gericht op zoek.

De komende tijd zal ik in mijn blogs aandacht geven aan deze aspecten. Hoe kom je bij je (eigen) visie? Hoe vertaal je die dan naar de dagelijkse (les)praktijk? Hoe houd je overzicht zodat het pad in het grote ICT-bos zichtbaar blijft? Hoe organiseer je tijd voor professionalisering op dit vlak? Mocht je meer vragen, opmerkingen of gedachten hebben omtrent dit onderwerp die je graag besproken zou zien? Laat het me weten via Twitter!

Voor nu: een geweldig Nieuw Jaar gewenst! Geniet ervan!

Patricia