Easy does it…

Techniek en onderwijs

“Gebruik jij veel nieuwe media in je les?” “Eh, neuj, ja… weet je, het is zo’n gedoe!” “ Ja, het moet tegenwoordig allemaal maar leuk zijn! Ik doe daar niet aan mee hoor, ik wil op de inhoud zitten.” Zomaar een gedeelte van een gesprek dat ik onlangs opving op een middelbare school. Ik schrik niet (meer) van dit soort opmerkingen en ik kan vaak best een eind in de gedachtegang meegaan. Helaas is het zo dat ik denk dat het gesprek niet de goede richting opgaat. Ik wil bijna iets zeggen…maar dat doe ik natuurlijk niet. Ik ben tenslotte geen gesprekspartner in dit gesprek.

Het onderwerp bespreek ik gelukkig wel vaak in andere contexten of op momenten dat ik wel onderdeel van de discussie ben. Alledrie de uitlatingen roepen veel bij mij op. Om bij de eerste te beginnen… “Gebruik jij veel nieuwe media in je les?” Wat is veel? Volgens mij zou je jezelf moeten afvragen of je tools en ict in kunt zetten om nog meer uit je lessen te halen, om meer leeropbrengst en betere leeruitkomsten te bewerkstelligen. En of je dat doet door eens per week met een handige app of toepassing te werken of dat je elke les opbouwt met goed gekozen tools maakt niet zoveel uit. Belangrijk is om te kijken naar wat het inzetten van ict gaat opleveren. Het antwoord, vervolgens: “Eh, neuj, ja… weet je, het is zo’n gedoe!”. Ook dit roept direct reactie op. Wat bedoel je met gedoe? Waarom is het gedoe? En belangrijker, het moet denk ik vooral geen gedoe zijn. Het voordeel van onze technologische samenleving is juist dat ict ons leven makkelijker moet maken, onze lessen efficiënter en het leren leuker! Als het voelt als gedoe is er iets mis. Daarnaast denken veel docenten die starten met het gebruik van tools dat het vooral ingewikkeld is en daarnaast heel veel tijd kost. Dit is echter helemaal niet het geval. Techniek en zeker apps en toepassingen voor gebruik in de klas, worden ontwikkeld op intuïtief gebruik: het moet vooral heel vanzelfsprekend gebruikt kunnen worden, tijdwinst opleveren en niet afleiden van de inhoud en de gewenste uitkomst. Er zijn inmiddels veel tools die je in de voorbereiding hooguit een paar minuten kosten om klaar te zetten. Vervolgens leveren deze toepassingen binnen je les veel tijdwinst, informatie en structuur. Denk maar eens aan een brainstorm sessie met Padlet, een digitale hulplijn bij zelfstandig werken en groepswerk in de vorm van Lino of een voorkennis activerende activiteit met behulp van AnswerGarden. Deze drie tools kosten je vrijwel geen tijd om in te richten voorafgaand aan je les en zijn soms ook nog her te gebruiken ook. Waar het, wederom, om gaat is dat je nadenkt over wat er uit de brainstorm moet komen, welk soort vragen en welke wijze van samenwerken je wilt zien met gebruik van de Lino en welke vraag je stelt met Answergarden. Met andere woorden, het gaat om het nadenken over je lesontwerp en je gewenste leeruitkomsten. De techniek is slechts ondersteunend. Houd het vooral simpel, dat is echt prima.

De laatste opmerking die ik opving van het gesprek hoor ik veel vaker en niet alleen bij de inzet van nieuwe media, ook bij discussies over activerende didactiek, methode keuzes, projecten en veel andere onderwijsinhoudelijke thema’s: “ Ja, het moet tegenwoordig allemaal maar leuk zijn! Ik doe daar niet aan mee hoor, ik wil op de inhoud zitten.” Hoe reageer je hierop? Mijn eerste reactie is namelijk het luid uit willen roepen dat het NATUURLIJK om de inhoud gaat! Het is de kerntaak van een docent om met inhoud bezig te zijn. Hoe je die inhoud over brengt is ook een belangrijke docenttaak. Vakinhoud (content knowledge) en didactiek (pedagogical knowledge) vormen al sinds jaar en dag (sinds 1986 om precies te zijn) de basis voor het pck model (Shulman, 1986). Het technische aspect is mooi ingepast in een enigszins nieuwere versie van dit model, TPACK genaamd en ontwikkeld door Mishra en Koehler (2006). Niet omdat het tegenwoordig “alleen maar leuk moet zijn” maar omdat goed ingezette techniek bijdraagt aan een betere transfer en beklijving van die absoluut belangrijke inhoud. Overigens, waarom zou leren niet leuk mogen zijn? In een kennissamenleving waar het leven lang leren niet alleen fijn is, maar ook gewoon vereist als je bij wilt blijven en volledig wilt participeren in een snel veranderende professionele omgeving, is het wel prettig dat het leren op een leuke, zo aantrekkelijk en efficiënt mogelijk manier kan plaatsvinden.

Wat fijn is aan dit soort gesprekken binnen de school is dat de dialoog op gang komt. Waar zijn we mee bezig? Waar gaan en willen we naartoe? Wat heb ik nodig om aan te kunnen blijven haken? Wat doe jij en hoe doe jij het? Oftewel, collegiale consultatie in de breedste zin vindt plaats binnen de organisatie. Het is aan de schoolleiding om de signalen op te pikken, gesprekken en verdieping te faciliteren en de visie en richting van de school zo te concretiseren en uit te dragen dat het als een routekaart gebruikt kan worden. Een uitdaging. Maar daar houden we van in het onderwijs, toch?

Happy learning!

Patricia